Politiek akkoord met tekortkomingen
“We zijn blij dat er eindelijk een wettelijke verplichting komt voor bedrijven om gepaste zorgvuldigheid te betrachten op het gebied van mensenrechten en milieu in hun toeleveringsketens. Ondanks grote tekortkomingen kan deze richtlijn een belangrijke stap zijn naar meer rechtvaardigheid in wereldwijde productieketens,” aldus May Hylander, beleids- en projectmedewerker bij het Fair Trade Advocacy Office, een van de vaste lobby-partners van Solidaridad in Brussel.
Hoewel het bereikte politieke akkoord een aanzienlijke stap vooruit is voor verantwoord ondernemen, schiet het ook in veel opzichten tekort: het laat een groot deel van de financiële sector buiten beschouwing, is alleen van toepassing op grote bedrijven, en hoewel het een vorm van wettelijke aansprakelijkheid bevat, wordt de bewijslast niet omgekeerd, waardoor slachtoffers van misbruik door bedrijven, moeilijk hun recht kunnen halen bij de rechter.
Samenwerking in de keten is de norm
Het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie en de Europese Raad was om de verantwoordelijkheid van Europese bedrijven te beperken, waardoor de positie van leveranciers buiten Europa nog verder zou verzwakken. Het akkoord behelst onder andere dat:
- bedrijven hun leveranciers en andere belanghebbenden moeten betrekken bij de keuzes die ze maken,
- afscheid nemen van leveranciers kan alleen als laatste redmiddel, wanneer het niet is gelukt om problemen op te lossen,
- bedrijven hun inkoopbeleid tegen het licht moeten houden,
- het recht op een leefbaar loon en inkomen wordt erkend.
“In vergelijking met het voorstel van de Commissie lijkt de uitonderhandelde tekst een aanzienlijke verbetering, door de verplichting om belanghebbenden op een zinvolle manier bij het proces te betrekken en omdat alleen op verantwoorde wijze en als laatste redmiddel zakelijke relaties kunnen worden beëindigd. Dit zal ervoor zorgen dat bedrijven samen met leveranciers aan oplossingen werken, in plaats van te kiezen voor cut-and-run, wat de problemen niet oplost.”
– Catarina Vieira, beleidsadviseur van Solidaridad
“In vergelijking met het voorstel van de Commissie lijkt de uitonderhandelde tekst een aanzienlijke verbetering, door de verplichting om belanghebbenden op een zinvolle manier bij het proces te betrekken en omdat alleen op verantwoorde wijze en als laatste redmiddel zakelijke relaties kunnen worden beëindigd. Dit zal ervoor zorgen dat bedrijven samen met leveranciers aan oplossingen werken, in plaats van te kiezen voor cut-and-run wat de problemen niet oplost”, aldus Catarina Vieira, beleidsadviseur van Solidaridad.
De noodzakelijke vervolgstappen
Het politiek akkoord en de Europese richtlijn is nog maar het begin. Elke lidstaat zal de richtlijn moeten omzetten in nationale wetgeving. Dat is een grote kans om de mazen in de richtlijn te dichten, en te zorgen voor betere aansluiting op de iMVO richtlijnen van de Verenigde Naties.
Sturing vanuit Brussel is belangrijk. De richtlijn draagt de Europese Commissie op om sturing te geven over verschillende aspecten van iMVO. Solidaridad en haar partners willen dat dit in samenspraak met belanghebbenden gebeurt op basis van de OESO richtlijnen en met inbegrip van de sectorspecifieke richtlijnen. Het moet duidelijkheid verschaffen over het betrekken van belanghebbenden, het verantwoord verbreken van zakelijke relaties, over eerlijk inkoopbeleid en hoe leefbare inkomens en lonen kunnen worden gerealiseerd. In deze richtlijnen moet de Commissie benadrukken dat bedrijven niet alleen middels contracten invloed hebben op de toeleveringsketen. Traditionele top-down vereisten, moeten plaats maken voor samenwerking en dialoog tussen kopers en leveranciers, met een gedeelde verantwoordelijkheid voor het respecteren van mensenrechten en het milieu.
Begeleidende maatregelen noodzakelijk. De Europese Unie en de lidstaten moeten steun bieden aan mensen en bedrijven die Europa bevoorraden, vooral als die een kwetsbare economische positie hebben, zoals kleine boeren, arbeiders en mijnwerkers. De vertegenwoordiging van de EU in producerende landen kan daarbij een belangrijke rol spelen.
“Begeleidende maatregelen zijn belangrijk om de richtlijn goed uit te voeren. Alle betrokkenen moeten goed geïnformeerd worden, zodat wangedrag van bedrijven kan worden aangepakt, en kleine leveranciers worden ondersteund bij de uitvoering”, aldus Meri Hyrske-Fischer, mensenrechtenadviseur bij Fairtrade International.
Niet in de laatste plaats vraagt de uitvoering van bedrijven dat ze het ambitieus oppakken. Zij moeten het voortouw nemen, een open dialoog aangaan met leveranciers en andere belanghebbenden, zich inspannen om leefbare lonen en een leefbaar inkomen mogelijk te maken en hun inkoopbeleid kritisch evalueren. Kortom, medeverantwoordelijkheid nemen en de risico’s niet afwentelen op hun leveranciers.
“Dit politiek akkoord is een mijlpaal. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en gepaste zorgvuldigheid worden de norm in de toeleveringsketens van Europa. Miljoenen belanghebbenden over de hele wereld kunnen daarvan profiteren. Maar om dit te realiseren hebben we de volledige medewerking van de Commissie, de lidstaten en bedrijven nodig. Er is nog een lange weg te gaan voordat de richtlijn volledig is ingevoerd”, zegt Fanny Gauttier, Europees beleidsadviseur bij Rainforest Alliance.
Er is een belangrijke stap gezet voor verantwoord ondernemen. We roepen de Europese Unie, de lidstaten en bedrijven op om dit momentum te gebruiken om mensenrechten en het milieu overal ter wereld actief te beschermen.
Dit is een gezamenlijk persbericht met Fair Trade Advocacy Office, Fairtrade International en Rainforest Alliance