Faustina Aberor is voorzitter van de Brong Ahafo Women Co-operative Cocoa Farmers and Marketing Central Union (BAWCOF): een coöperatie van zevenduizend vrouwelijke cacaoboeren die ze doorlopend inspireert. Nu vertelt ze haar verhaal.
Tekst: Marc Broere en Eunice Mwaura, gepubliceerd in de Vice Versa Power of Voices magazine special (juni 2024).
Faustina over de oprichting van een vrouwencacaocoöperatie
“Als je met een groep cacaoboeren bent, valt er meteen één ding op: de mannen doen het woord en de vrouwen zijn stil, laat staan dat ze met ideeën komen. Dat is cultureel bepaald: in sommige gebieden van Ghana praten vrouwen niet als er mannen in de buurt zijn, dus als je vrouwen híer wilt helpen om hun werk nog beter te doen, dan moet je ze in een aparte coöperatie onderbrengen – en dat hebben we gedaan.
“Bovendien realiseerden we ons dat vrouwen het overgrote deel van het werk doen, van het planten tot het oogsten. Maar als het om de verkoop van de bonen en de onderhandelingen gaat, dan verdwijnt de vrouw, dan zie je haar niet meer terug. Dat moest veranderen, vonden wij. Vandaar ook dat we de vrouwen aanmoedigen zich officieel als mede-eigenaar van hun familieboerderij te laten registreren.”
Een beter bestaan voor de nieuwe generatie boeren
Mijn ouders waren als zovelen hier ook cacaoboeren – ze hadden het zwaar en konden nauwelijks het hoofd boven water houden. Ook dat heeft aan mijn visie bijgedragen dat het nodig is om boeren naar een ander niveau te tillen, zodat het niet meer zo gaat zoals onze ouders vroeger deden.
Dus nu helpen we de boeren te beseffen dat ze zákendoen en dat ze ondernemers zijn, en dat ze niet meer een beetje moeten aanrommelen. Als jouw ouders vroeger één zak bonen van een hectare cacaobomen kregen, verwacht ik niet dat jij dat ook krijgt. Nu nemen we je mee naar een business school voor boeren en leren we je om de productie te verhogen. We loodsen je door een heleboel educatieve processen, zodat je niet zoals je ouders eindigt. Kregen jouw ouders nog één zak per hectare, dan verwachten we er van jou 10 tot 12.
Veel van onze leden halen dat ook daadwerkelijk. De introductie van enkele ingrepen, zoals het snoeien of de handbestuiving, maken een enorm verschil. Vroeger vertrouwden we alleen op bijen om de vrucht te laten bestuiven, maar met menselijk ingrijpen kun je grote stappen vooruit zetten.
Over RECLAIM Sustainability!
De consortiumpartners van RECLAIM Sustainability! zijn Solidaridad, Fairfood, Business Watch Indonesia en TrustAfrica. Het programma is in zeventien landen actief op het gebied van cacao, goud, koffie, thee, palmolie en katoen en textiel, met een speciale focus op de lokale voedselsystemen in Afrika. Het programma streeft naar een radicaal nieuw machtsevenwicht en een echte transformatie die aan de kleine boeren, arbeiders en mijnwerkers aan het begin van de waardeketens ten goede komt. Er kan volgens het programma immers geen sprake zijn van echte duurzaamheid als de mensen die ‘onze’ goederen produceren in armoede blijven leven, als natuurlijke hulpbronnen niet duurzaam worden beheerd, als de burgerlijke ruimte in veel landen beperkt is of zelfs blijft krimpen en als de arbeidsomstandigheden van miljoenen producenten abject zijn.
Rijker dan de overheid
Er zijn een paar voorwaarden om lid van onze coöperatie te worden. In de eerste plaats moet je boer zijn, cacaoboer – en vrouw, natuurlijk, maar je moet de wil hebben om te boeren. Je moet openstaan voor onze interventies, de passie voelen om het verschil te maken.
We willen dat je een ander leven krijgt dan je ouders en je grootouders en bovenal willen we niet de mentaliteit verspreiden dat cacaoboeren arm zijn. Ik vertel nieuwe leden zelfs dat ze eigenlijk heel rijk zijn. Als een boerin vervolgens toch zegt dat ze arm is, dan maak ik samen met haar een berekening: “Om je het beeld te schetsen dat je een rijke vrouw bent”, zeg ik er dan bij.
Dan begin ik te schrijven en te rekenen. “Hoeveel hectare grond heb je?” Dan vertel ik dat je verondersteld wordt 435 bomen op één hectare te hebben – een boom geeft gemiddeld vijftig peulen. Dan reken ik uit hoeveel zakken cacao je zou moeten krijgen voor die één, twee of vijf hectare en vermenigvuldig ik dat met de kostprijs per zak. Dan zeg ik dat ze rijker dan de Ghanese overheid zijn en moeten de vrouwen meestal hard lachen. “En ondertussen zeg je tegen mij dat je geen geld hebt”, spreek ik ze dan vermanend toe – het is een kwestie van het ombuigen van je mentaliteit.
Ik geloof in wat er in Romeinen 12 staat, in de Bijbel: je verandert innerlijk pas echt door een volledige verandering van denken. Cacaoboeren in Ghana zijn rijk, maar zien zichzelf nog altijd als armelui. Ze zijn rijk, maar weigeren alleen zichzelf te helpen om daadwerkelijk rijk te worden.
Foto: Marc Broere (Vice Versa)
Landrechten aanpakken
Toen we een speciale coöperatie voor vrouwen oprichtten, was het natuurlijk spannend om te zien hoe de mannen zouden reageren, maar dat viel ontzettend mee. De meeste mannen merken dat het ook in hun voordeel is – ik denk dat er niemand is, een man evenmin, die wil dat z’n kinderen met honger gaan slapen. We hebben het niet gebracht als iets wat het gezag van de man kon ondermijnen, of als iets wat met mannelijke cacaoboeren zou concurreren. Nee, we hebben gezegd dat we iets gingen doen om de vrouwen in staat te stellen hun mannen en het huishouden te helpen. Tijdens de bijeenkomsten met mannen en vrouwen leg ik ook altijd uit dat het geen wedstrijd is.
Een probleem waar we specifiek in het RECLAIM Sustainability!-programma aan werken (binnen een Solidaridad-project in Ghana, red.) is dat van de landrechten. Hoewel gezinnen samenwerken als cacaoboeren, staat het land meestal op naam van de man – en als hij overlijdt, gaat het land op papier níet naar zijn vrouw als die er niet officieel mede-eigenaar van is.
De familie van de overleden man neemt dan vaak alles over, en de vrouw en hun kinderen blijven met lege handen achter… dat is helaas heel gewoon in Ghana, en elders in Afrika. We moedigen de vrouwen aan zich te laten registreren en overtuigen de mannen ze daarbij te ondersteunen. Gelukkig staan de meesten ervoor open en krijgen steeds meer vrouwen hun eigen landtitels, en zijn ze samen eigenaar van de boerderij en het land.
Faustina Aberor, voorzitter BAWCOF“Dan zeg ik dat ze rijker dan de Ghanese overheid zijn en moeten de vrouwen meestal hard lachen.”
De jeugd motiveren om cacaoboer te worden
Ik vind het leuk om te zien dat jongeren weer serieus overwegen om cacaoboer te worden. Heel lang hebben ze dat niet gedaan, omdat ze dachten dat het iets voor losers was – ze hadden het leven van hun ouders voor ogen, die zelfs nog geen fiets hadden, laat staan een auto. Waarom zou ik mijn tijd verspillen om ook te gaan boeren, dachten ze. Nee, laat mij maar naar de stad toe gaan, waar ik een beter leven zal hebben.
Nu zie je die mentaliteit veranderen, en ook de Ghana Cocoa Board doet aan veel activiteiten op dat gebied. Zo heeft het een prijs ingesteld voor de meest veelbelovende jonge cacaoboer en de meest ondernemende cacaoboerin.
De boeren zijn nu met cacao aan het diversifiëren en de veelzijdigheid van het product aan het ontdekken, en dat moedig ik van harte aan. Behalve chocola, waar we allemaal van genieten, zijn er nog zoveel andere dingen die je van cacao kunt maken: sterkedrank, kunstmest, zeep. Er is een groep leden van ons bezig het in broodbeleg om te zetten, zoals een spread – mensen zien steeds meer mogelijkheden.
Ik geniet iedere dag weer van dit werk. Het is geen kantoorbaan, maar ik ben ontzettend veel in de frisse buitenlucht en de ontmoetingen met boerinnen zijn heel inspirerend. Ik heb ook mijn eigen stuk land, waar ik zelf cacaoboer op ben – dat is iets prachtigs. Voor mij is dit geen werk, maar pure passie: ik houd gewoon van wat ik doe.”
Meer lezen? Dat kan! Het tweede en derde artikel uit de Vice Versa Power of Voices special verschijnen de komende weken op de website. Hou ze dus goed in de gaten via www.solidaridad.nl/nieuws.