Lees hieronder een terugblik op het leven van Frans door onze oud-directeur Nico Roozen. Hij werkte o.a. samen met Frans van der Hoff om in 1988 Max Havelaar te lanceren, het eerste keurmerk voor eerlijke handel.
– Frans van der Hoff“Iets meer hoop voor iets meer mensen”
‘Een stormloop op de structuren van onrecht zal ons niet veel positiefs brengen. Er staat ons niets anders te doen dan te kiezen voor ‘de lange mars door de instituties’.
Mijn eerste ontmoeting met Frans dateert uit mei 1985. Een gesprek in een hoekje van de stationsrestauratie in Utrecht. Enkele maanden eerder had ik een bezoek gebracht aan de Uciri koffiecoöperatie in Mexico. Jammer genoeg was Frans toen niet ter plekke. Maar in verhalen van de boeren werd enthousiast over hem verhaald. De boeren vertelden mij dat ze geen nieuwe donatie van Solidaridad meer wilden, onder dank voor de eerdere projectsteun. Nu was het onderwerp een eerlijke prijs voor hun koffie. ‘We zijn geen project, maar zoeken een partnerschap tussen producent en consument. Een eerlijke prijs is ons uitgangspunt.’ Een inspirerende boodschap, en een nieuw programma voor Solidaridad.
Tijdens mijn verblijf in Mexico, was Frans in Frankrijk om de eerste biologische koffie van Uciri in de schappen van de supermarkten te krijgen. Hij had de moed en de vaardigheden om binnen te stappen bij de grote supermarktketens en sloot een eerste overeenkomst met Carrefour. Enkele weken later kwam hij naar Nederland voor een bezoek aan koffiebranderij Levelt in Amsterdam. Ook daar sloot hij zijn eerste leveringscontract tegen significant betere voorwaarden. De koopman-priester was geboren. Hij vroeg mij een bondgenoot te zijn. Een jarenlange samenwerking en vriendschap was geboren.
Een jarenlange samenwerking en vriendschap
Frans werd in 1939 geboren in De Rips, een klein dorpje in Noord-Brabant, als zesde kind in een rij van zestien kinderen uit twee huwelijken. Zijn vader hertrouwde nadat zijn eerste vrouw bij de geboorte van het vijfde kind in het kraambed was gestorven. Frans is grootgebracht tussen de koeien. Vanaf zijn achtste verjaardag draaide hij mee in het gemengde bedrijf van zijn ouders met melkvee, granen en bieten. Het was aanvankelijk een gehuurd bedrijf. In 1950 kon zijn vader de boerderij kopen van de van oorsprong steenrijke eigenaar die door verspilling aan lagerwal was geraakt. In zijn kinderjaren kende hij armoede. Zijn vroegste herinnering ging terug tot de Tweede Wereldoorlog. De boerderij lag in de frontlinie, zowel bij de Duitse inval in 1940 als bij de bevrijding door Engelse troepen in 1944. Zo waren armoede en geweld in de indiaanse koffie gemeenschappen in Zuid-Mexico niet nieuw voor hem.
Frans groeide op in een katholiek gezin en het seminarie en het klooster waren de enige mogelijkheid om een vervolgopleiding te krijgen als je van arme komaf was. Het kloosterleven was gedisciplineerd en streng. Dat viel hem zwaar in de jaren zestig, die buiten de poorten van het klooster gekenmerkt werden door rebellie en de zoektocht naar vrijheid en vernieuwing. Met een groep novicen brak Frans alle regels en werden de Beatles gezongen in plaats van de psalmen. Zijn studie theologie kon Frans volgen aan de universiteit in Nijmegen, buiten de poorten van het klooster. Het waren roerige jaren. Het Tweede Vaticaans Concilie zette de poorten naar de wereld open. Frans was leergierig en activistisch, kwam in aanraking met Marx en werd actief in de derdewereldbeweging. Hij studeerde bij Schillebeeckx en Tinbergen. Net terug uit Praag, waar de Praagse lente was uitgebroken, liet Frans zich in 1968 tot priester wijden. Een wijding die in het teken stond van de consequente keuze voor de armen in de wetenschap dat deze keuze tot allerlei vormen van repressie zou kunnen leiden.
Na een verblijf in Ottoawa in Canada, waar hij in een opvangcentrum voor drugverslaafden werkte, reisde Frans in 1970 door naar Chili. Daar was de verdeeldheid binnen links voelbaar. Er was een strijd gaande tussen de radicale groepen die een revolutie nastreefden en de politieke beweging van de socialistische president Allende die een constitutionele weg volgde. Frans probeerde bruggen te slaan, maar de tijd hiervoor werd hem niet gegund. De coup van Pinochet en de moord op Allende in 1973 maakten een eind aan het optimisme. Voor Frans zat er niets anders op dan te vluchten, en hij kon ontkomen naar Peru. Uiteindelijk zou hij doorreizen naar Mexico waar de progressieve bisschop van Tehuantepec hem een thuisbasis bood. Hij vond daar de werkplek van zijn leven.
De inheemse problematiek boeide hem. Achterstelling op basis van identiteit maakte hem woedend. De beginnende organisatie van de koffieboeren door de vorming van de Uciri coöperatie zag hij als een haalbare mobilisatie van sociale en economische krachten die niet eenvoudig met geweld gesmoord zou kunnen worden. En het gewone boerenbestaan, dat hem van huis uit bekend was, trok hem. Het werd zijn levensweg. Eén weg waarin zijn politieke en geloofsovertuiging bij elkaar kwamen.
Ons eerste beraad in Utrecht leverde een duidelijke agenda op. De ambitie was om het marktaandeel van duurzame koffie drastisch te vergroten door de beschikbaarheid in supermarkten te gaan organiseren. Het economisch uitgangspunt was: inkomen = prijs x volume. De wereldwinkels en de alternatieve handelsorganisaties hadden belangrijk voorwerk gedaan. Maar relevantie voor boeren vereist schaal. De vraag in de consumentenmarkt moest drastisch omhoog.
We spraken af dat Uciri zou gaan bouwen aan een breed netwerk van coöperaties van koffieboeren in Latijns Amerika om aan de toekomstige vraag naar duurzaam gecertificeerde koffie te kunnen voldoen. We konden voortbouwen op het netwerk van biologische boeren en het EKO keurmerk, maar een verbreding was noodzakelijk om aan de verwachte vraag te kunnen voldoen. En Solidaridad zou samen met de Alternatieve Handelsorganisaties (ATOs), die het netwerk van Wereldwinkels beleveren, de verdere uitbreiding van leveranciers in Afrika en Azië organiseren. Voorts zou Solidaridad een keurmerk ontwikkelen en de marktintroductie in Europa initiëren, te beginnen in Nederland. Een stevige gezamenlijke agenda die de traditionele hulprelaties oversteeg.
De Uciri delegatie in Nederland; bij DE op de koffie!
Het zou drie jaar duren voordat het keurmerk Max Havelaar in Nederland geïntroduceerd kon worden en de lange weg naar Europese uitbreiding ingezet werd. De pioniersjaren hadden iets avontuurlijks; twee energieke kwajongens die een avontuur aangingen. Het was een unieke operatie en een hobbelige weg met afwisselend tegenslagen en voortgang.
Het was een tijd zonder internet, een trage postbestelling en Frans woonde afgelegen zonder een eigen telefoonverbinding. We hadden een vaste telefoonafspraak om de zoveel weken op vrijdagmiddag. Ik moest op de afgesproken tijd bellen naar een winkeltje in een nabijgelegen dorp. Frans daalde dan de berg af en we konden even overleggen. Kort en zakelijk, want de teller tikte door.
Om de dynamiek te versnellen kwam een zware Uciri delegatie naar Nederland om de plannen te promoten en overleg te voeren met de Nederlandse koffiebranders en supermarkten. De weerstand bij de grote branders, Douwe Egberts voorop, was groot en alles werd uit de kast gehaald om de introductie van het keurmerk te voorkomen.De vasthoudendheid aan onze kant werd er alleen maar groter door.
De introductie van het Max Havelaar keurmerk in 1988 werd een media evenement. De uitbreiding naar Europese landen kon gepland worden. Inmiddels zijn de Fair Trade labels niet meer weg te denken van de consumentenmarkten in Europa en Noord Amerika.
In mei 2007 reisde de Nederlandse ambassadeur in Mexico af naar Oaxaca om Frans van der Hoff te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Gelijktijdig deed minister Bert Koenders hetzelfde voor Nico Roozen, waarbij hij de samenwerking tussen beiden typeerde als een voorbeeld van ‘globalisering van onderaf’.
Ontmoeting bij het 50-jarig bestaan van Solidaridad in Mexico
Onze laatste ontmoeting was bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan van Solidaridad op een memorabele bijeenkomst in Mexico stad in 2019. “Ik kom niet meer naar Nederland. Ik zal sterven in mijn eigen dorp onder mijn eigen mensen”, gaf hij toen al aan als zijn laatste wens. In de tussenliggende jaren hadden we sporadisch nog een mailwisseling. Hij wilde dan vooral reflecteren op tekortkomingen, niet op zijn toch aanzienlijke bijdragen aan maatschappelijke veranderingen. Hij was er bescheiden over. Niet meer dan ‘iets meer hoop voor iets meer mensen’ zag hij als zijn bijdrage.
Frans is gestorven te midden van de boerengemeenschap die hem lief was. De verbondenheid was wederzijds.
Nico Roozen
Samen met Frans schreef ik het boek ‘Fair Trade: het verhaal achter Max Havelaar-koffie, Oké bananen en Kuyichi jeans’ over de geschiedenis van Fair Trade. Het boek werd in vijf talen uitgegeven.