Dit zijn de voornaamste conclusies uit de Koffie Barometer 2018 (volg de link voor het volledige Engelstalige rapport), een onderzoek van Conservation International, COSA, Hivos, Oxfam Wereldwinkels (B), SAFE Platform en Solidaridad.

Transparantie

Sinds het verschijnen van de vorige koffie barometer in 2014 is er weinig veranderd aan de problematiek in de koffieproductie. Nog steeds liggen de inkomens van veel boeren en arbeiders onder de armoedegrens, heeft klimaatverandering een alsmaar grotere impact op de teelt en is het geen prioriteit van de industrie om te investeren in de verduurzaming van de teelt.

De economische ongelijkheid groeit. Neerwaartse druk op de prijzen en de dalende wereldmarktprijs zijn daar mede debet aan. Veel boeren stoppen er helemaal mee of hebben geen bedrijfsopvolger. Transparantie over kosten en opbrengsten van de verschillende ketenpartijen ontbreekt, waardoor er geen goede basis is voor herverdeling van marges in de keten.

Koffie-bubbel?

Terwijl de koffie-industrie als geheel steeds winstgevender wordt met een mondiale omzet van 170 miljard euro, komt slechts 10 procent van de opbrengst ten goede aan de producerende landen. Een schamele twee promille (0,002de deel) wordt geïnvesteerd in het verduurzamen van de productie.     

Duurzaamheid lijkt voor veel bedrijven een bijzaak en staat in de schaduw van het merkimago. De meeste bedrijven hebben het oplossen van sociale, milieu- en economische problemen in hun toeleveringsketen gedelegeerd aan hun afdeling maatschappelijk verantwoord ondernemen en gescheiden van hun primaire bedrijfsstrategie. Sjoerd Panhuysen, projectmanager van de Koffie Barometer en werkzaam bij Hivos zegt hierover: “Bedrijven hebben de neiging om duurzaamheid als stiefkind te behandelen, terwijl het in hun businessmodel geïncorporeerd zou moeten worden. Door die houding wordt een koffie-bubbel gecreëerd en staat waardeontwikkeling in de hele keten straks op de tocht.”

Meer vraag en ontbossing

Vorig jaar (2016/17) was er sprake van een mondiale recordoogst van bijna 160 miljoen zakken koffie van 60 kilo. In bijna alle landen waar de koffieproductie hard groeit, zoals in Vietnam, Indonesië en Peru, gaat de groei gepaard met ontbossing.

Als de koffieconsumptie met 2% per jaar blijft groeien, zijn er in 2050 300 miljoen zakken nodig, bijna een verdubbeling van de huidige productie. Zonder grote investeringen om de koffieteelt weerbaar te maken tegen klimaatverandering zal de wereldwijde productie in 2050 lager uitvallen dan het huidige niveau.

Keurmerk geen wondermiddel

Omdat effectieve regelgeving in koffieproducerende landen veelal ontbreekt of ontoereikend is, zijn vrijwillige duurzaamheidsstandaarden zoals keurmerken en bedrijfscodes ontwikkeld (Solidaridad stond aan de wieg van twee belangrijke codes in de koffie-industrie: Max Havelaar/Fair Trade en Utz Certified). Maar deze keurmerken en andere standaarden zijn geen wondermiddel en werken beter als de industrie grote betrokkenheid toont en daarnaast langetermijn-investeringen in versterking van de productie ondersteunt.

Economische structuur in producerende landen versterken

Een betere productie vraagt om nauwe samenwerking van boeren, arbeiders, exporteurs en overheden in koffieproducerende landen. Dat kan de bedrijfsvoering van boeren sterk verbeteren en zorgt voor een sterkere onderhandelingspositie van exporteurs op de wereldmarkt.

Een goed voorbeeld van zo’n nationaal initiatief is het duurzame handelsplatform dat Solidaridad in Colombia heeft opgezet. Het opzetten van vergelijkbare initiatieven wordt nu onderzocht in landen als Honduras, Nicaragua, Mexico en Kenia. Solidaridad zoekt actief steun bij het bedrijfsleven, donoren en overheden om deze nationale initiatieven te kunnen ontwikkelen.